Door: | geplaatst op: | categorie:

Sheila Sitalsing is een uitstekend columnist. Scherpe en eigenzinnige gedachten, puntige formuleringen.

Sinds zaterdag 27 april 2024 heeft mijn oordeel over Sitalsing echter een deuk opgelopen. Zij schreef toen: “Van Vroonhoven rilde zacht: al die mensen die zomaar “terug kunnen naar hun eigen geslacht als ze dat uitkomt”. De column die volgde over de motie van Nicolien van Vroonhoven om nu te stoppen met de Transgenderwet was helaas niet scherp en niet puntig. Hij classificeerde alle verzet tegen de wet als populisme en de “wil om te scoren in een cultuuroorlog”. Toe maar!

Het probleem is natuurlijk helemáál niet dat mensen willen variëren in hoe ‘vrouwelijk’ of hoe ‘mannelijk’ zij zich willen presenteren en of zij daarin in de loop van de tijd wisselen. In Nederland kan dat gewoon en je kunt prima afwijken van de modale invulling van een sekserol, qua uiterlijk en ook qua seksuele relaties. Homoseksuelen, feministen en andere grenzendoorbrekers doen dat natuurlijk eveneens. Het vastleggen in een wet dat iemand van geslacht is veranderd, vanaf 16 jaar zonder enige toetsing en voor kinderen met tussenkomst van de rechter is wèl een probleem. Want het is een legale fictie die wringt en die schade veroorzaakt.

Legale fictie: het is natuurlijk onmogelijk om van geslacht te veranderen. In elk orgaan, elk bot, elke cel van je lichaam is te zien of je man of vrouw bent en dat heeft niets te maken met nagellak of een lange broek. Je geslacht is handig bij identificatie waarvoor een paspoort immers is bedoeld. De overheid weet wie het voor een borstonderzoek moet uitnodigen. Je feitelijke geslacht beperkt je verder niet in je gedrag (behalve als je wilt binnendringen bij voorzieningen voor de andere sekse) noch in je beroepskeuze (uitgezonderd spermadonor en min, is een quote die aan Germaine Greer wordt toegeschreven). En waarom zouden wij een leugen “ik ben van geslacht veranderd” in de wet vastleggen en daarmee de overheid en de medeburgers verantwoordelijk maken voor het in stand houden van een illusie?

Ach, waarom niet, denken veel voorstanders. Het is ‘getut’ als je hier tegen bent, schrijft Sitalsing, want het gaat immers om “een handvol transgender personen die geen vlieg kwaad doen”. Das war einmal: transgenderisme groeit enorm en het grootste deel bestaat uit ongelukkige tienermeisjes die niet kunnen wachten om hun borsten te amputeren. Het meest activistische deel bestaat uit mannen die een erotische kick krijgen van het doen of ze vrouw zijn en rondhangen in vrouwenruimten. Verder nog in de mix: “populisme’ en “online verspreide weerzin tegen ingebeelde vijanden van de dominante cultuur”, en voor het gemak stopt zij “trans- en homohaat” in hetzelfde hokje – niet wetend of eraan voorbij gaand dat veel homo’s juist tegen deze wet zijn vanwege ‘transing away the gay’  (er blijven geen homo’s meer over omdat het ‘foute lichaam’ idee heel erg goed is aangeslagen). Het doet vermoeden dat Sitalsing de transpropaganda goed gelezen en wellicht geïnternaliseerd heeft. Het verzet tegen de transgenderwet komt echter juist van linkse feministen en van homo’s – verweesd links is misschien de best passende omschrijving. En de vijand is helaas niet ingebeeld maar reëel: het zijn diegenen die het begrip ‘vrouw’ volledig willen opheffen.
 

Het grootste bezwaar tegen de transgenderwet is puur juridisch: de wet heft het verschil tussen mannen en vrouwen op want iedereen die dat wil is vrouw. Dan zijn vrouwenvoorzieningen niet meer verdedigbaar en kan elke man, transgender of niet, gemakkelijk toegang krijgen. Dan krijg je mannen (geen handjevol transgenders, maar gewoon alle foute mannen) die op vrouwenwc’s foto’s maken van ontklede meisjes en vrouwen (dit weekend bleek: 5000 vrouwen ongewild gefilmd/gefotografeerd[iii]), een vrouwenopvanghuis waar de directeur een man is die zich als vrouw prima op zijn plek voelt in all-female staf (Mridul Wadhwa in Schotland of vrouwengevangenissen waar vele plegers van seksuele misdrijven zich in identificeren vanwege een lichter regime en al dan niet willige sekspartners, om na de vrijlating terug te keren naar het manzijn (Schotland). Je krijgt sporters die matig presteerden bij de mannen maar nu in de vrouwencategorie de prijzen die voor de vrouwen waren, komen ophalen. Het is gecalculeerd opportunisme – aanstellerij, het woord van Sitalsing, zou ik het niet willen noemen. Elk gaatje in de wet lokt immers misbruik uit. We vinden het logisch om daar bij belastingwetgeving van uit te gaan maar hier werkt het net zo. Water loopt altijd naar het laagste punt.  

Vrouwenvoorzieningen zijn niet voor niets ontwikkeld. Zij dienden ervoor vrouwen veiligheid te bieden, zodat zij een leven buitenshuis konden hebben (fabrieken, kantoorwerk). Ze regelen maatschappelijke participatie zonder overvleugeling door mannen (sport, kunsten, prijzen, awards). Alles wat vrouwen in de eerste en tweede feministische golf hebben opgebouwd staat nu onder druk wanneer vrouwen niet meer als groep erkend kunnen worden. Lees het boek Trans van Helen Joyce (overigens eveneens econome, eveneens journaliste, eveneens doctor) om een beeld hiervan te krijgen.

De transgenderwet haalt de woorden ‘vrouw’ en ‘moeder’ de facto uit àlle wetten. En het gekke is dat daar geen enkele juridische analyse naar is gedaan. De onderbouwing van de Transgenderwet was in handen van huisleveranciers Tigchelaar en van den Brink, die over al dit soort onderwerpen papers mogen aanleveren aan de Tweede Kamer met grote focus op alleen de belangen van de mogelijk bedreigde groep in kwestie, zoals mensen die een X in hun paspoort willen. Hun laatste werk gaat over de verruiming van de Algemene Wet Gelijke Behandeling: waarom je als werkgever wèl een veroordeelde pedofiel als medewerker in een groep op je kinderdagverblijf mag weigeren (die krijgt nl geen VOG) maar niet als hij als boekhouder solliciteert

Voor de Transgenderwet leverde dit tweetal een analyse van hoe transgendergroepen en gemeenteambtenaren over de wet dachten – vrouwen werden vergeten.   Bij de Transgenderwet lag er ook een visie van het College voor de Rechten van de Mens, waar de indiener van de wet, transgender Lisa van Ginneken, enige tijd lid van was en dat sinds die tijd moeite heeft om geslacht (de feiten) van “gender” (een persoonlijke overtuiging) te scheiden. De uitspraken laten zien dat het college nu al handelt vanuit de visie dat iedereen die zegt dat hij vrouw is, zo behandeld moet worden. Daarom mocht een sportclub geen trans identificerende man weigeren op de damesuren en moesten de islamitische meisjes maar vertrekken. Franc Weerwind heeft de mond vol over ‘zorgvuldige wetgevingsprocedure’ maar heeft tot nu toe geen analyse laten maken van deze en andere maatschappelijke gevolgen van de wet op vrouwen (opheffen van sekseonderscheid) en op kinderen (eigen keuze sekse).

Want dat is het tweede zwaarwegende argument tegen de transgenderwet: het faciliteert de sociale transitie van genderverwarde of genderdysfore kinderen zonder enige betrokkenheid van deskundigen. 16-minners moeten langs een rechter maar daar is niet zomaar deskundigheid voor opgetuigd, 16-plussers hebben niets nodig behalve hun mening. Terwijl duidelijk is dat het sociale ‘doen alsof’ de eerste fase is van de fuik naar transitie – lees het Cassreport

Sociale transitie – het behandelen van iemand als zijnde van het andere geslacht – is een uitstekende manier om mensen met een idée fixe hier dag in dag uit mee te confronteren en dit te versterken. Het werkt prima om te voorkómen dat jongeren over dit irreële beeld heen zouden groeien, wat anders in 80% van de gevallen gebeurt. De meesten van hen zouden homoseksueel blijken, en velen onder hen behoeven steun met zaken als autisme (hetgeen soms leidt tot hyperfixatie), gezinsproblemen of seksueel geweld waardoor je je lichaam en lot wilt ontvluchten. Je gunt ze een psycholoog, geen administratieve simpele seksewijziging die hen op het spoor zet van puberteitsblokkers (schadelijk) en ingrijpende chirurgische en hormonale behandeling (zware tot zeer zware negatieve fysieke gevolgen, gemiddeld nauwelijks effect op welbevinden). Maar hé, zelfbeschikking, persoonlijke vrijheid, geen ‘getut’, nietwaar!
 

Transgenders hebben en houden alle rechten die alle Nederlanders hebben. Alleen niet het recht om anderen te dwingen mee te gaan in hun zelfbeeld. De overheid moet zich niet laten misbruiken voor identiteitspolitiek. We zetten in het paspoort ook niet je favoriete zanger, je politieke partij, je geloof en of je wel of niet vegetariër bent. Er staan alleen feiten in een paspoort. Overtuigingen zoals “ik ben -eigenlijk- van het andere geslacht” horen er gewoon niet in.

Terug naar de basis. Een paspoort is voor identificatie, niet voor identiteit. En de overheid dient ruimte te geven aan alle variatie in persoonlijke keuzen en mensen te beschermen tegen discriminatie maar dient niet de jeugd valse ideeën voor te houden als zou je van sekse kunnen wijzigen. Het kan niet en het hoeft ook niet. Iedereen kan zich kleden of gedragen zoals hij/zij wil met het lichaam zoals dat bij geboorte is ontstaan. Het lichaam is al goed en hoeft niet te worden veranderd – nog zo’n idee dat de kinderen nu helaas meekrijgen.

Beste mevrouw Sitalsing, als u echt kennis wilt nemen van deze kwestie raad ik u aan de bronnen bij dit stuk te raadplegen voor een spoedcursus transgenderisme. Want “trans is not the new gay”. Tenzij u persoonlijk sterk betrokken bent bij een transgender en diens transitie zie ik vervolgens met plezier een column van uw hand tegemoet!

Maar mocht u inderdaad persoonlijk betrokken zijn dan bent u mijns inziens -evenmin als Lisa van Ginneken-  de aangewezen persoon om doel en effecten van deze wet op andere groepen dan transgenders te analyseren.

Dr. Marieke den Ouden
Biologe
Psychologe
Feminist
 


Helen Joyce over het Cass-rapport

deel dit item op social media
email je reactie of print dit item

memoma is een blog van dr. Gerrie Strik waarin zij de ontwikkelingen in feminisme, trans, gender, genderkritisch feminisme, genderideologie, vrouwenrechten en genderidentiteit bespreekt.