Door: | geplaatst op: | categorie:

Ik heb de opiniebijdrage van Alexandra Phillippa (17/1) met stijgende verbijstering gelezen. Medische zorg onderscheidt zich van cosmetiek door indicatiestelling, die gebaseerd is op lijdensdruk en winst in overleving of kwaliteit van leven. Medische handelingen hebben risico’s, dus is rechtvaardiging nodig. In de gezondheidszorg geldt daarom: in dubio, abstine; bij twijfel, niet doen. Maar de cosmetiek wordt goeddeels door patiëntenwens gedreven.

Geneeskunde wordt via de zorgverzekeringswet betaald, omdat de kosten voor individuen te hoog zijn en het noodlot iedereen kan treffen. Zorgvuldig omgaan met indicatiestelling is een plicht naar patiënt en maatschappij. Een lakse houding ondermijnt de solidariteit.

Genderzorg bevindt zich in een grijs gebied. De effectiviteit is onderwerp van wetenschappelijke discussie, tegelijkertijd bepleit het Amsterdam UMC dat de indicatiestelling ‘transnegativisme’ zou zijn. De minister verdedigt die opvallende houding. Als medicus ben ik me bewust van onze verantwoordelijkheid – ook jegens de maatschappij. Het framen van indicatiestelling als ‘demotivering’ is een directe aanval op onze beroepsintegriteit. Het is geen recht om op kosten van de maatschappij hormonen of chirurgie te eisen; mensen hebben slechts een recht op zorgvuldige indicatiestelling.

Wie die indicatiestelling weigert, kan zich altijd op eigen kosten wenden tot cosmetische behandelaars.

Hanneke Kouwenberg

deel dit item op social media
email je reactie of print dit item

memoma is een blog van dr. Gerrie Strik waarin zij de ontwikkelingen in feminisme, trans, gender, genderkritisch feminisme, genderideologie, vrouwenrechten en genderidentiteit bespreekt.